Meisjes lijken in veel opzichten de wind mee te hebben in het onderwijs. Bij natuurkunde hebben de jongens echter nog steeds een ruime voorsprong en hebben de meisjes het nakijken. Ondanks alle inspanningen van de overheid en instanties als het platform Bèta-Techniek kiezen nog steeds relatief weinig meisjes het vak natuurkunde in de bovenbouw en scoren zij bij het centraal examen natuurkunde gemiddeld 0,5 punt lager dan de jongens. Gaat dat nog eens veranderen?
De verschillen in leerstijl tussen meisjes en jongens zijn groot. Meisjes zijn beter in taal, in samenwerken en in presenteren. Jongens zijn beter in wiskunde, analytisch denken en exploratief werken. Het lijken universele verschillen die ook in andere landen gelden, maar hoe komt het dan dat in Nederland nog steeds zo weinig meisjes natuurkunde kiezen? Hoe kunnen we in het natuurkundeonderwijs beter rekening houden met de verschillen tussen jongens en meisjes? En hoe pak je dat aan? Hoe kun je de les voor iedereen geschikt maken?
Op het St. Bonifatiuscollege in Utrecht is de afgelopen jaren hard gewerkt aan het ontwikkelen van nieuw lesmateriaal voor natuurkunde. Daarbij is gebleken dat bepaalde werkvormen en activiteiten zeer geschikt zijn voor meisjes, terwijl er ook onderdelen zijn die voor zowel jongens als meisjes op hun eigen manier effectief zijn. De aanpak van het St.Bonifatiuscollege is vooral gericht op samenwerkend leren vanuit concrete situaties, in plaats van leren vanuit de theorie. Die aanpak leidt tot meer meisjes die kiezen voor een bètaprofiel in de bovenbouw en bovendien tot goede examenresultaten. Uitgeverij ThiemeMeulenhoff heeft de methodiek verder ontwikkeld en verwerkt in de nieuwe methode Impact voor de onderbouw en in de vierde editie van de bovenbouwmethode Newton.
In de werkgroep zal aan bod komen hoe de verschillen in leerstijl tussen jongens en meisjes vertaald kunnen worden naar lesmateriaal en activiteiten van docenten en leerlingen in de klas. Aan de hand van concrete voorbeelden wordt duidelijk gemaakt hoe de natuurkundeles voor een grote groep leerlingen interessant en begrijpelijk kan zijn.
Simon Stevin verzon het woord 'natuurkunde', dat leek ons voldoende reden om Smaakmakers dit keer te vervangen door zijn lijfspreuk. Natuurlijk laten we proeven zien die onze verwondering hebben opgewekt - u kent ons onderhand - maar tegelijk maken we gebruik/misbruik van uw aanwezigheid om er achter te komen wat docenten verwachten van nieuwe boeken voor Nieuwe Natuurkunde. We laten zien wat ons alternatief is voor grote stapels vers bedrukt papier.
De bezitters van een iPhone vragen we dat ding mee te nemen, want tijdens de werkgroep verklappen we wat dit plaatje voorstelt en hoe het gemaakt is.
In 2013 wordt het nieuwe examenprogramma voor natuurkunde ingevoerd. De eerste delen van de compleet vernieuwde Pulsar Natuurkunde voor havo en vwo zijn inmiddels gereed.
In deze werkgroep laten we u kennismaken met de nieuwe editie waarin de concepten als vanouds een centrale rol spelen en contexten functioneel worden ingezet.
Nieuw is de introductie vanuit een motiverende context die de voorkennis activeert en leerlingen uitdaagt. Ook nieuw in elk hoofdstuk is de toepassing op examenniveau waarin de leerstof in nieuwe contexten wordt getoetst en die een optimale examenvoorbereiding garandeert.
Bij de centrale examens zal de nadruk verschuiven van berekeningen richting meer conceptuele en redeneervragen. Pulsar speelt daarop in door nog meer dan voorheen aandacht te besteden aan conceptuele vragen.
In deze werkgroep krijgt u verder een overzicht van de methodeonderdelen en informatie over Pulsar online, onze nieuwe uitgebreide digitale leeromgeving voor docent en leerling. De toetsen zijn compleet vernieuwd en volgens het RTTI concept samengesteld. Ook krijgt u een voorproefje te zien van het nieuwe derde klas boek dat qua concept naadloos aansluit op de Tweede Fase.
Had u vroeger ook zo'n hekel aan die gedachtenexperimenten met treinen en flitsende zaklantaarns? Wat had dat nu eigenlijk met natuurkunde te maken? Lang heeft de opvatting geheerst dat de relativiteitsleer alleen maar een rol speelde bij hoge snelheden. Niet iets voor het dagelijks leven dus. Maar zo langzamerhand heeft iedereen wel een GPS-gestuurd navigatieapparaat. En dat kan alleen maar werken als rekening gehouden wordt met de - algemene - relativiteitstheorie. We hebben er dus wel degelijk dagelijks mee te maken. Maar wist u dat ook zoiets alledaags als magnetisme opgevat kan worden als een relativistisch verschijnsel, terwijl de elektronen in een stroomdraad echt geen hoge snelheden bereiken! De speciale relativiteitsleer gaat over de complicaties die optreden als we waarnemingen doen aan objecten die zich ten opzichte van ons bewegen. In deze werkgroep zullen de grondbeginselen van de speciale relativiteitsleer toegelicht worden aan de hand van eenvoudige toepassingen en een aantal leuke opgaven die zo in de klas gebruikt kunnen worden.
NOVA, de Nederlandse Onderzoekschool voor Astronomie, heeft een reizend planetarium voor het voortgezet onderwijs. Met dit planetarium bezoeken we scholen voor een of meerdere dagen. In overleg met de betrokken secties wordt het aantal groepen vastgesteld dat op een dag het planetarium kan bezoeken. De kosten zijn 400 euro per dag of 420 euro als de boeking met de cultuurkaart wordt gedaan.
Al veel collega's hebben het mobiel planetarium op school gehad voor een schitterende ervaring voor hun leerlingen. Collega's gebruiken het planetarium zowel bij de introductie van een lessenserie over het heelal als bij de afsluiting van projecten voor de vakken ANW, NLT en Natuurkunde.
In een nieuwe full-dome film voor het mobiele planetarium, gemaakt om het 50-jarig bestaan van ESO te vieren, wordt op een prachtige manier het ontstaan van elementen in het heelal visueel gemaakt. Op het eind wordt duidelijk ingegaan op de zeer belangrijke rol van water in het heelal en de zoektocht naar leven bij andere planeten in en buiten ons zonnestelsel.
De film duurt ongeveer 25 minuten en biedt voldoende mogelijkheden tot het stellen van vragen in het planetarium. De film sluit ook fantastisch aan bij de nieuwe inhoud van het natuurkundeprogramma.
Uitgevers leveren meestal een of twee toetsen mee met hun methodes. Het gebruik van deze aangeleverde toetsen kent een paar nadelen
De oplossing is natuurlijk om zelf opgaven te maken. Dan ontstaan de volgende vragen: waar vind ik een geschikt onderwerp? Hoe bepaal ik het niveau van de vragen? Waar vind ik relevante gegevens? Hoe kom ik aan plaatjes? Waarop moet ik letten bij het opstellen van een toets? In de werkgroep komen bovenstaande vragen aan de hand van zelfgemaakte opgaven aan de orde.
In deze werkgroep worden minimaal tien methoden getoond die tot doel hebben de brekingsindex van water te bepalen.
In een eerste deel worden de verschillende methoden uitgevoerd. In het tweede deel wordt ingegaan op didactische werkvormen die het onderzoekend leren van leerlingen bij dit thema kunnen bevorderen. Daarbij komt aan de orde hoe de onderzoeksvraag de manier waarop die methoden ingezet worden bepaalt. En hoe de klas als een grote onderzoeksgroep kan behandeld worden, met interne discussies en organisatie, maar ook reflectie en rapportering. Dit alles met het oog op een 'verbetering van de kwaliteit' van het onderzoek.
In het kader van het Europees project FIBONACCI, waarin het IBL (Inquiry Based Learning) centraal staat, werd door een werkgroep een instrument ontwikkeld voor docenten van hogescholen om te evalueren of hun leraars-studenten wel onderzoekend les aan het geven zijn, en voor leraars, om, als zelfevaluatie, te zien of ze zelf onderzoekend les aan het geven zijn.
Tijdens deze werkgroep zullen we vooral dat laatste instrument bekijken en bespreken. Verder kan daaruit misschien een kijkwijzer afgeleid worden om te zien of leerlingen onderzoekend bezig zijn.
Ten slotte wordt een zeer uitgebreide tabel gepresenteerd om aspecten van onderzoekend leren bij leerlingen, via een uitgeschreven vijf-puntenschaal van 'starter' tot 'expert' te evalueren.
Kernwoorden voor deze werkgroep zijn dan ook: evaluatie van evaluatie-instrumenten voor onderzoekend leren.
Wim Peeters houdt deze werkgroep als medewerker van DKO vzw (pedagogische begeleidingsdienst Antwerpen), met medewerking van Ed van den Berg van de Hogeschool van Amsterdam (reference centre in het Fibonacci project).
Publicatie: Tools for Enhancing Inquiry in Science Education
DBK-na, een bekende methode in de vorige eeuw geïnitieerd door de Vrije Universiteit in Amsterdam, is bezig met belangrijke en boeiende vernieuwingen. Deze voormalig marktleider in met name onderbouw HAVO en VWO mikt op behoud van het vak natuurkunde en de kennisaspecten van het vak, maar biedt tevens een aantal interessante noviteiten op het vlak van ICT. Johan Driesse, werkzaam als docent natuurkunde bovenbouw HAVO en VWO aan de Pontes Scholengroep, locatie Pieter Zeeman in Zierikzee, met als hobby programmeren, is gestart met het digitaliseren van DBK-natuurkunde voor de onderbouw HAVO en VWO.
Het digitale materiaal kan worden aangeboden binnen een zelfontwikkelde elektronische schil. Het materiaal is ook beschikbaar in de vorm van exe- en html-bestanden en als scorm-pakket. Met dit pakket kan het materiaal zonder problemen worden aangeboden binnen de eigen ELO.
De sterke punten van DBK-na zijn overeind gebleven, zoals de ijzersterke structuur met een geïntegreerd practicum, met differentiatie door middel van herhaalstof en extrastof. Maar er zijn nog een aantal andere grote voordelen ontstaan.
Nieuw met ingang van het schooljaar 2012-2013 is een versie die draait op tablet en smartphone. Een versie voor iPad en iPhone, beschikbaar via Appstore, is in voorbereiding.
Naast het digitale materiaal in verschillende versies is er ook een beknopte, zelf uit te printen, papieren versie beschikbaar. Hierdoor ontstaat er voor docenten grote flexibiliteit in het gebruik.
DBK-digitaal wordt door acht scholen in de praktijk getest. Ook wordt de methode inhoudelijk aangepast aan de eisen van de tijd. Met ingang van het schooljaar 2012-2013 is het eerste deel geheel herzien; in de loop van dit schooljaar volgt deel twee.
De vereniging DBKna is op zoek naar scholen die een bijdrage willen leveren aan het optimaliseren van het materiaal. Via de digigroep ondersteunt de vereniging de scholen met raad en daad. Gedurende het schooljaar zijn er twee gebruikersbijeenkomsten gepland.
Tijdens de werkgroep wordt de methode in verschillende versies gepresenteerd en worden praktijkervaringen uitgewisseld.
Tijdens de werkgroep zal de geschiedenis van het natuurkundeonderwijs van HBS tot heden aan bod komen, geïllustreerd met korte geluidsfragmenten van natuurkundedocenten.
Mijn bacheloronderzoek richtte zich op de gevolgen van deze veranderingen in de natuurkundeles. Ik ben langs diverse scholen gegaan om de afgelopen veertig jaar door te nemen met ervaren natuurkundedocenten om vervolgens het blikveld te richten op de toekomst. Hoewel er theoretische bespiegelingen bestaan van universiteiten en SLO over de ontwikkelingen van het natuurkundeonderwijs, werd de docent naar mijn mening niet genoeg aan het woord gelaten.
Mijn bachelorscriptie heb ik geschreven met de natuurkundedocent als doelgroep. Voor de ervaren docent is het een feest van herinnering en herkenning. Voor de jonge docent wordt historisch besef geboden, om lessen te trekken voor de toekomst.
Registerleraar.nl is het platform voor leraren in het basis-, voortgezet, middelbaar beroeps- en speciaal onderwijs die gaan voor kwaliteit en staan voor hun beroep.
Door mee te doen met registerleraar.nl versterken leraren hun professionaliteit en hun professionele positie. Leraren laten zien dat ze bevoegd en bekwaam zijn en staan voor kwaliteit door te investeren in hun professionele ontwikkeling. Een leraar die zich inschrijft, wil zich houden aan de eisen die het register aan professionele ontwikkeling stelt. Bovendien heeft de leraar hiermee grip op zijn eigen ontwikkeling.
Samen versterken registerleraren de beroepsgroep en waarborgen ze de kwaliteit van leraren en de kwaliteit van onderwijs in Nederland. In deze werkgroep worden achtergronden en mogelijkheden duidelijk gemaakt.
In het nieuwe examenprogramma is de verdeling van CE- en SE-inhoud ruwweg 60-40%. Deze wijzigingen geven aanleiding kritisch te kijken naar het PTA en het schoolexamen en na te denken over (alternatieve) manieren van toetsen.
In het schooljaar 2010-2011 heeft de SLO in een project 'Kwaliteitsborging Schoolexamens natuurkunde' met een aantal docenten instrumenten ontwikkeld om het niveau van onze schriftelijke en praktische schoolexamentoetsen te beoordelen.
In deze werkgroep willen we laten zien welke instrumenten de werkgroep 'Kwaliteitsborging' heeft gemaakt voor schriftelijke en praktische toetsen. Deze instrumenten geven inzicht welke opdrachten we de leerlingen geven, hoe we het werk beoordelen en of de beoordeling valide is.
"De atomen zetten uit bij verhitting", "De warmte weerkaatst op wit", "Accommoderen is dat je je oog scherp maakt".
Dergelijke uitingen van leerlingen komen natuurkundeleraren dagelijks tegen. Ze demonstreren dat begripsontwikkeling bij leerlingen niet los gezien kan worden van de ontwikkeling van vaktaal. Daaronder verstaan we in dit geval ook beeldtaal, want in de natuurwetenschappen communiceren we vaak met behulp van een combinatie van tekst en beelden.
U ondersteunt in uw lessen waarschijnlijk op allerlei manieren de leerlingen in hun taal- en begripsontwikkeling, bijvoorbeeld door middel van feedback of formatieve toetsing. In deze werkgroep breidt u uw repertoire uit met behulp van een vakdidactisch instrument om tot een concrete aanpak te komen bij de problemen die uw leerlingen bij een bepaald onderwerp ondervinden.
U wilt uw leerlingen natuurlijk zo goed mogelijk voorbereiden op het nieuwe examenprogramma natuurkunde. Dat lukt uitstekend met de nieuwe editie van Overal Natuurkunde, waarvan de delen voor 4 havo en voor 4 vwo inmiddels zijn verschenen. Deze 4e editie is perfect afgestemd op het nieuwe examenprogramma en is overzichtelijk en gebruiksvriendelijk voor leerling en docent.
In deze werkgroep laten uitgever en auteurs u aan de hand van de nieuwe delen zien wat Overal Natuurkunde u en uw leerlingen biedt:
Afgelopen jaar zijn de nieuwe Overal-delen voor NaSk leerjaar 2 al verschenen. Komend voorjaar verschijnen ook de nieuwe delen voor 3 havo en voor 3 vwo, zodat Overal vanaf komend schooljaar een doorlopende leerlijn vanaf leerjaar 2 biedt.
In een doorsnee leerproces wisselen theorie en experimenten elkaar af. De experimenten kunnen demonstraties door de docent zijn, maar ook leerlingenpractica waarbij de leerlingen de theorie toetsen of een onderzoek uitvoeren dat leidt tot de theorie. In deze werkgroep ligt de klemtoon op de onderzoeksopdrachten.
In het eerste deel van de werkgroep verkennen we het Vlaamse vak Wetenschappelijk Werk (dat vergelijkbaar is met het Nederlandse BètaPlus-programma). In dit vak moet de leerstof onderzoeksgericht aangebracht worden. Maar... hoe onderzoeksgericht zijn deze onderzoeksopdrachten? Er is nood aan een meetinstrument!
In het tweede deel wordt de Laboratory Structure and Task Analysis Inventory (LAI) gepresenteerd. De LAI werd in 1978 door Marlene Fuhrman ontwikkeld om de onderzoeksgerichtheid van scheikundepractica te meten. Echter, de LAI kan ook gebruikt worden voor natuurkundepractica. Dankzij de LAI ontdekt u zelf ook mogelijkheden om uw methode en/of leerlingenpractica onderzoeksgerichter te organiseren.
"Het is 1932, een paar maanden voordat Hitler aan de macht komt. Een jonge vrouw ligt bewusteloos in de bossen bij Berlijn. Naast haar op de grond vindt men een strooibiljet met daarop een aankondiging van een lezing van Albert Einstein. Als ze wakker wordt in het ziekenhuis, blijkt dat ze haar geheugen kwijt is. Dan begint de zoektocht naar wie ze is."
Volgend jaar wordt NiNa ingevoerd, waarbij de relativiteitstheorie en de kwantummechanica een onderdeel worden van het onderwijsprogramma. Sander Bais heeft in het kader van NiNa een module ontwikkeld gebaseerd op zijn boek De sublieme eenvoud van relativiteit. Mede geïnspireerd door Bais en door auteur Philip Sington die de roman The Einstein Girl schreef, heeft actrice Annemarie Hagenaars de solovoorstelling Het verhaal van Het Einstein Meisje gemaakt. Ze gebruikt hierin concepten uit de relativiteitstheorie en kwantummechanica, zoals 'het zwarte gat' en 'Schrödingers kat' als metaforen voor het geheugenverlies en de dualiteit van bestaan van het meisje.
De theatervoorstelling is, naast een vertelling van een aangrijpend verhaal, ook een samensmelting van exact en artistiek, van alfa en bèta.
Annemarie Hagenaars studeerde Sterrenkunde aan de Universiteit van Leiden en Grondslagen van de Natuurkunde aan de Universiteit van Utrecht. Ook volgde zij lessen aan de Arnhemse Toneelschool en aan The Lee Strasberg Theatre and Film Institute in New York.
Ze speelt Het verhaal van Het Einstein Meisje op middelbare scholen in combinatie met een lessenpakket dat bestaat uit een introductielezing en/of een evaluatieles. De voorstelling sluit aan bij de vakken natuurkunde, geschiedenis en CKV. Hagenaars is cultuurkaart-acceptant en geregistreerd kunstenaar bij CJP.
In deze werkgroep zal ze haar voorstelling laten zien en na afloop in een vraaggesprek met de deelnemers de metaforen afkomstig uit de kwantummechanica en de relativiteitstheorie analyseren. Dit doet ze aan de hand van fragmenten uit het script. Ook zal ze voorbeelden van vragen en opdrachten bespreken die betrekking hebben op thema's uit de voorstelling. Hiermee kunnen de docenten en leerlingen zelf aan de slag.
Website: www.annemariehagenaars.nl
Docenten worstelen soms met de passieve consumptieve houding van leerlingen. Vaak stampen leerlingen bij bepaalde problemen de stapjes in hun hoofd, maar als dan op de toets of het eindexamen de stof in een andere setting wordt teruggevraagd zijn zij niet in staat om tot een antwoord te komen. Veel gehoorde opmerkingen zijn dan: "Ik snapte er niets van, het waren hele rare vragen en dat hadden we ook helemaal niet geleerd!". Met het onderwijsconcept Actief Leren Denken, leren leerlingen oplosstrategieën te herkennen en bewust te gebruiken. Ze leren een onderzoekende houding aan te nemen, waardoor een hoger abstractieniveau kan worden bereikt. Dat vraagt ook om een andere houding van docenten. Maar het loont, de ervaringen met deze methode zijn zeer positief. De methode Actief Leren Denken is gebaseerd op het Engelse project Cognitive Acceleration through Science Education (CASE) uit de jaren 90 van de vorige eeuw. Scholen die hebben deelgenomen aan het project lieten grote verbeteringen zien op het gebied van academische vaardigheden, gemeten door nationale testen. Actief Leren Denken wordt krachtig vormgegeven doordat het rust op vijf essentiële pijlers, namelijk een structurele voorbereiding, constructief samenwerken, cognitief conflict, reflectie en transfer. Het concept is destijds vormgegeven met puur bèta activiteiten, maar stimuleert de algemene cognitieve ontwikkeling van leerlingen bij alle vakken. Daardoor kan Actief Leren Denken worden ingezet om bij alle vakken de leerlingen actief aan het denken te zetten.
Helder, uitdagend en vertrouwd: de sterke punten van Systematische Natuurkunde komen terug in de achtste editie. Deze sluit volledig aan op de nieuwe natuurkunde examenprogramma's voor havo en vwo.
Alle theorie en opgaven voor de verplichte examenstof worden aangeboden in een basisboek per leerjaar voor havo en vwo. Er is veel aandacht besteed aan het compact en begrijpelijk formuleren en illustreren van de leerstof. Het aantal opgaven is teruggebracht naar vijf per paragraaf, in een oplopende complexiteit. Voor de aanpak van complexe opgaven krijgt de leerling houvast met een hulpblad op de methodesite. Elk hoofdstuk sluit af met twee hoofdstukoverstijgende opgaven op examenniveau.
Voor de keuzeonderwerpen van het schoolexamen biedt Systematische Natuurkunde vier keuzekaternen voor havo en vier voor vwo. Deze zijn zowel in boekvorm als digitaal beschikbaar. Hiervoor is gekozen vanuit het oogpunt van optimale keuzevrijheid voor de natuurkundesectie.
Tijdens de werkgroep maakt u kennis met het basisboek en de methodestartpagina. Hierop vindt de leerling de werkbladen met tekenfiguren en de hulpbladen met uitleg bij de opgaven. Volledig digitaal werken, bijvoorbeeld via laptop of tablet, is ook mogelijk. Via een totaallicentie krijgt de leerling toegang tot de methodestartpagina en een digiboekversie van basisboeken en keuzekaternen.
De docent en TOA krijgen via een gratis startlicentie toegang tot alle online docenteninformatie per hoofdstuk, zoals: de systematische uitwerkingen, de practica, applet-opdrachten en alle leerlingmaterialen. Met een totaallicentie krijgt de docent ook toegang tot de toetsen, de digibordsoftware en de digiboekversies van alle basisboeken en keuzekaternen.
Altijd al willen weten wat die zonderlinge theorie QED beweert? Dit is uw kans. Via een werkblad maakt u kennis met voorbeelden uit de eerste twee lezingen van het boekje QED, Quantum Electro Dynamica, van Feynman over licht. Met minimale voorkennis en slechts een klein aantal uitgangspunten is hij in staat om vele fysische verschijnselen zoals buiging, breking en de werking van een lens te beschrijven. Dat levert zulke verrassende uitkomsten dat u nauwelijks kunt geloven wat hij beweert. De natuur blijkt zich uiterst bizar te gedragen. En waarom dat zo is? Ja, op deze vraag kan niemand antwoord geven. Het is boeiend om via deze theorie te ervaren hoe wij allemaal zo onze voorkeuren hebben waaraan een theorie moet voldoen. Graag wil Feynman uitsluitend afgerekend worden op de vraag "levert deze theorie voorspellingen die kloppen met de experimentele gegevens?"
In zijn voorwoord vraagt Feynman de lezer om onbevangen tegenover zijn theorie te staan. Zal u dat lukken? Wilt u graag overleggen over de absurditeit van de natuur en zo het enthousiasme van de schrijver delen?
Technische Natuurkunde studeren in het HBO! Jaarlijks maken in Nederland een kleine driehonderd HAVO/VWO-leerlingen deze keuze. Ongeveer de helft hiervan rondt de opleiding Technische Natuurkunde met succes af. De andere helft van de studenten haakt helaas vroegtijdig af. Binnen de opleiding Technische Natuurkunde van Saxion in Enschede is in de afgelopen periode onder de naam Studeren met Succes geëxperimenteerd met een nieuwe trainingsmethode om meer effectief en efficiënt leergedrag te bevorderen. De methode is enerzijds gebaseerd op 'Action-type Coaching' dat in de topsport al veel tot successen heeft geleid, en anderzijds op het gedachtegoed van Stephen Covey: 'Seven habits of higly effective people'. Tijdens de trainingscyclus worden op interactieve wijze succesen faalfactoren in het studeren besproken, waarbij vooral wordt ingegaan op ingesleten automatismen en gewoonten. Op basis hiervan kiezen studenten welk gedrag zij zelf willen ontwikkelen (ze kiezen dus zelf) en hoe ze dat willen gaan doen. Essentieel hierbij is dat de studenten niet alleen allerlei goede voornemens maken, maar dat ze deze voornemens ook delen met medestudenten. In wekelijkse intervisiebijeenkomsten wordt besproken welke stapjes de studenten hebben gezet en welk resultaat dat heeft opgeleverd. Uiteindelijk ontwikkelen de deelnemende studenten een eigen gedragscode met betrekking tot studeren. Het experiment loopt nog te kort om meetbare resultaten te kunnen presenteren. Studenten zijn echter enthousiast en geven zelf aan dat de gevolgde methode eigenlijk verplicht zou moeten zijn voor iedereen.
Practicum is onlosmakelijk verbonden met het vak natuurkunde. Je kunt je echter afvragen wat leerlingen werkelijk leren van het practicum. Ongetwijfeld is het nuttig, maar waarom? Wat brengt het de leerling nu werkelijk?
In deze werkgroep beschrijven we een heel klein practicum en onderzoeken we vervolgens wat een leerling ervan leert. We gaan in op vragen als: Hoe gedetailleerd beschrijf je een practicumopdracht? Hoe kun je door je practicumopdracht beïnvloeden wat de leerling ervan gaat leren? Wat is de typische leeropbrengst van een practicum? Daarnaast wordt kort wat theoretische achtergrond aangereikt die je in staat stelt om deze vragen in je eigen lespraktijk te beantwoorden.
De opleiding Technische Natuurkunde van De Haagse Hogeschool maakt sinds twee jaar gebruik van Mastering Physics. Dit is een online tool, dat de studenten in het eerste en tweede studiejaar bij alle natuurkundevakken gebruiken bij het maken van huiswerk en het maken van diagnostische toetsen.
De student maakt zijn huiswerk online en kan zogenaamd hints gebruiken bij het beantwoorden van de vragen. De docent ziet direct welke inspanningen de student heeft verricht, wat zijn resultaten zijn en krijgt zo een goed inzicht in de werkhouding van de student. Twee jaar geleden is de opleiding Technische Natuurkunde hiermee gestart en het afgelopen semester zijn de resultaten van de studenten en de gevolgen voor de wijze van doceren geanalyseerd.
In de werkgroep willen we de resultaten met u delen en bediscussiëren hoe dit instrument voor de eerstejaars optimaal ingezet zou kunnen worden. En wellicht is het een optie om een dergelijk programma ook op vo-scholen te gaan gebruiken.
Website: www.masteringphysics.com
Nova is al jaren de meest gebruikte natuurkundemethode in de onderbouw. Nu is Nova er voor de bovenbouw havo en vwo/gymnasium: een methode met diepgang en uitdaging, ook voor de beste leerlingen. De methode sluit volledig aan op het nieuwe examenprogramma natuurkunde. Met de vertrouwde structuur, compacte theorie en de diepgang bereidt u uw leerlingen optimaal voor op het examen. Bovendien kent Nova het aansprekende PTM-concept: Praktijk, Theorie en Maatschappij. Daarmee kunt u lesgeven vanuit de benadering die u wilt.
Tijdens de pilots op scholen dit najaar werd de duidelijke structuur geprezen en het feit dat de methode zowel geschikt is voor conceptdenkers als voor uitgesproken vernieuwers. Docenten vonden het materiaal beduidend beter dan de reguliere methode die zij gebruiken. Bij Nova schrijven twee auteursteams afzonderlijk van elkaar. Zodoende is er geen sprake van het beruchte 'theezakjesmodel'. De nieuwe methode biedt voldoende uitdaging onder meer met plus- en olympiadevragen. Aansluiting op HO en WO komen in het M-deel nadrukkelijk tot uiting.
Quantumwereld is een van de nieuwe onderwerpen van het centraal examen. Hoewel sommige scholen quantummechanica geven als NLT-module, is het aanbieden van quantum voor alle leerlingen met natuurkunde nieuw. Er is dan ook maar weinig ervaring met het geven van dit onderwerp aan bijvoorbeeld NG-leerlingen. Voor veel docenten is het bovendien de laatste keer dat ze met dit vakgebied bezig zijn gewe e s t h u n e i g e n s t u d i e .
M e t b e h u l p v a n s t i c h t i n g I O B T i s d a a r o m e e n c u r s u s v o o r d o c e n t e n o n t w i k k e l d . D e z e c u r s u s i s v o r i g v o o r j a a r ( 2 0 1 2 ) g e t e s t . I n d e p e r i o d e v a n j a n u a r i t / m m a a r t d r a a i t d e c u r s u s v o o r d e t w e e d e k e e r . D e c u r s u s h e e f t a l s d o e l e n o m :