Lezingen

Een goede toets maakt het verschil

B.P. Veldkamp, Cito / Universiteit Twente

Toetsing en examineren is de laatste tijd vaak (negatief) in het nieuws. Schoolexamens in het voortgezet onderwijs zijn te makkelijk. Hogescholen worden door het ministerie op hun vingers getikt omdat ze onterecht diploma's verstrekken. En universiteiten dreigen studierichtingen te moeten sluiten als ze hun toetsing niet op orde krijgen. We leven nog niet in de Verenigde Staten waar, als gevolg van het No Child Left Behind programma en zijn opvolgers, het budget van scholen en de beloning van de leraren bepaald wordt door de toetsresultaten van de leerlingen, maar ook in Nederland zie je dat er steeds meer belang wordt gehecht aan de kwaliteit van toetsing.

Bij lerarenopleidingen wordt er nog steeds weinig aandacht besteed aan dit onderwerp. Daarom willen we vanmiddag de belangrijkste topic op het gebied van toetsing behandelen: hoe maak je een goede toets? Waar moet je op letten? Hoe betrouwbaar meet je toets en wat zijn daarvan de consequenties? Hoe geef je cijfers en bepaal je wie geslaagd is of gezakt? Hoe combineer je verschillende toetsen tot een eindcijfer? De verschillende onderwerpen worden in deze lezing kort toegelicht en geïllustreerd met praktische voorbeelden.

Bernard Veldkamp is directeur van het Research Center voor Examineren en Certificeren, een samenwerkingsverband van Cito en Universiteit Twente dat tot doel heeft de kwaliteit van examinering in Nederland te handhaven en te verbeteren.

Presentatie

Publicatie: Toetsen op School Voortgezet onderwijs

Website: www.rcec.nl

Foto's

Schoolexamentoetsen

J. Paus

SLO, Enschede

In het schooljaar 2010-2011 heeft de SLO in een project 'Kwaliteitsborging Schoolexamens natuurkunde' een aantal docenten gevraagd mee te denken over hoe we het niveau van onze schoolexamentoetsen kunnen bepalen. Voorafgaand is er een enquête geweest over de invulling van het schoolexamenprogramma. Ik wil enkele resultaten laten zien van het werk van deze werkgroep en van de uitkomsten van de enquête. De inhoud van de schoolexamendomeinen kunt u zelf, als docent, in hoge mate bepalen. SLO heeft daar suggesties voor op papier gezet in de vorm van een handreiking. Een bijzonder aandachtspunt is de samenhang tussen de verschillende exacte vakken. De werkgroep die de handreikingen heeft ontwikkeld heeft verschillende keuzes gemaakt. Deze keuzes met betrekking tot de samenhang tussen de vakken, de invulling en de uitwerking van de schoolexamendomeinen wil ik toelichten.

Presentatie

Foto's

De constructie van het CE Natuurkunde: van helicopterview tot komma's en punten

P. Smeets

Toetsdeskundige Cito, Arnhem

Het construeren van de natuurkunde-examens is een boeiend proces dat plaatsvindt buiten het zicht van bijna iedereen. De reden hiervoor ligt natuurlijk in de geheimhouding. Toch probeert deze lezing een tipje van de sluier op te lichten: hoe gebeurt het en waarom gebeurt het zo. De belangrijkste aspecten die een rol spelen bij het construeren van Centrale Examens Natuurkunde komen aan de orde.

Allereerst kijken we hoe de eindexamens in de landen om ons heen geregeld zijn en wat daarvan de voor- en nadelen zijn. Daarna richten we ons op het Nederlandse CE.

We bekijken de kwaliteitseisen waaraan deze examens moeten voldoen. Daarna richten we ons op de praktische consequenties die dit heeft voor de manier waarop de natuurkunde-examens gemaakt worden. Aan de orde komen zaken als keuze van contexten, spreiding over de leerstof, koppeling van vragen en keuze voor formuleringen. Dit alles geïllustreerd met voorbeelden van de afgelopen jaren.

Dus van een helicopterview over Europa tot de letter van de examentekst.

Presentatie

Foto's

Leerlingbetrokkenheid bij natuurkundeonderwijs

D. Joosten-ten Brinke

Fontys Eindhoven en Open Universiteit Eindhoven

Leerlingen betrekken bij de toetsing zorgt ervoor dat zij beter voorbereid zijn op een toets, weten wat hen te wachten staat - wat uiteindelijk leidt tot betere prestaties. Maar hoe kunnen we die leerlingen betrekken bij de toetsing? Toetsen wordt door leerlingen en docenten vaak gezien als tijdrovend en vervelend. Het gaat dan om toetsen waarmee beslissingen genomen worden over het wel of niet halen van een vak of het overgaan naar een volgende klas (het zogenoemde summatief beoordelen). Toetsen kunnen echter ook gebruikt worden om de ontwikkeling van de leerlingen in de richting van die beslissende toetsing te stimuleren (het formatief beoordelen).

Peer assessment en self assessment zijn twee vormen van toetsing die ervoor zorgen dat de leerlingen actief een bijdrage leveren aan hun leerproces. Bij peer assessment beoordelen leerlingen elkaar en bij self assessment zichzelf. Voorwaardelijk voor een goede uitvoering van peer en self assessment is dat de leerlingen de criteria begrijpen, leren hoe ze moeten beoordelen en hoe ze elkaar feedback moeten geven.

In deze lezing worden van peer assessment en self assessment voorbeelden gegeven en wordt vanuit een visie op formatief beoordelen aangegeven hoe deze vormen van toetsing bijdragen aan het leren van de leerlingen.

Presentatie

Foto's

Toetsen zonder toetsen

R.J. Genseberger

Cijfers zijn in het voortgezet onderwijs een vanzelfsprekend instrument geworden om leerling, school en ouders inzicht te geven in de vorderingen van de leerling in het leerproces. Ze worden gebruikt voor uiteenlopende doelen als het stimuleren van leerlingen en het aangeven van hun niveau. De nadelen en beperkingen hierbij van cijfers zijn echter ook bekend, zowel uit de praktijk op school als uit onderzoek. Door de vanzelfsprekendheid van cijfers in het voortgezet onderwijs is het echter moeilijk om alternatieven te bedenken en te realiseren voor de beoordeling van vorderingen van leerlingen en hun begeleiding op weg door het schoolsysteem.

In deze lezing zal aan de hand van voorbeelden uit het natuurkundeonderwijs getoond worden hoe het stimuleren van de leerlingen en het aangeven van hun niveau, effectief kan zonder cijfers of vergelijkbare vormen. Aan bod komen middelen als inrichting van de les, verslag, portfolio, toets, zelfbeoordeling, rapport en gesprek.

Alle voorbeelden komen uit de veeljarige praktijk van een brede schoolgemeenschap waar cijfers geen rol speelden, tot tevredenheid van docenten, leerlingen en ouders. Pas bij het schoolonderzoek kregen de leerlingen hun eerste cijfers.

De lezing zal ingaan op voor- en nadelen van het geschetste systeem tegenover het geven van cijfers. De vraag in hoeverre het mogelijk is over te gaan op een dergelijk systeem, zal eveneens aandacht krijgen.

Presentatie

Lezing

Foto's

Toezicht door de inspectie: hoe werkt het?

F. Hooglandt

Onderwijsinspectie, Utrecht

Waarom inspectietoezicht? En hoe verhoudt dit toezicht zich tot de autonomie van de school en de leraar? Om deze vragen goed te beantwoorden wordt in deze lezing verteld hoe het inspectietoezicht werkt. Wanneer en waarom doet de inspectie een kwaliteitsonderzoek; hoe bepaalt de inspectie wat goed onderwijs is op uw school? Welke kwaliteit verwacht de inspectie van u als leraar en hoe beoordeelt zij de professionele ruimte voor leraren? En, waarop let de inspectie bij lesbezoek? Aan de orde zal bovendien komen hoe de inspectie kijkt naar opbrengsten zoals gemiddelde CE-cijfers van uw school versus landelijke cijfers, verschil tussen SE- (waarbij ook practicumcijfers meetellen) en CE-cijfers, doorstroomgetallen/aantal zittenblijvers en wat zij verstaat onder opbrengstgericht werken.

Presentatie

Publicatie: Waarderingskader Voortgezet onderwijs 2013

Publicatie: Toezichtkader Voortgezet onderwijs 2013

Foto's

Toetsing in PISA: waarom, wat, hoe, wanneer en zo meer

H.M.C. Eijkelhof

Freudenthal Instituut voor Didactiek van Wiskunde en Natuurwetenschappen, Universiteit Utrecht

Sinds 2000 worden 15-jarige jongeren in alle OECD-landen (plus nog in zo'n 30 andere) driejaarlijks getoetst op de gebieden lezen, reken/wiskunde en science. Deze gebieden worden door de OECD als cruciaal gezien voor de ontwikkeling van een kennissamenleving. Bij elke meting staat een van de kennisgebieden centraal, in 2000 was dat lezen, in 2003 reken/wiskunde, in 2006 science enzovoort. Het belang dat overheden stellen in de resultaten is groeiende. De toetsvragen worden samengesteld op basis van 'frameworks'; deze zijn niet gebaseerd op de grootste gemene deler van de schoolcurricula maar op kennis en vaardigheden die mensen nodig hebben in de samenleving van de toekomst. Voor science is ook zo'n document opgesteld: het Scientific Literacy Framework. In dit framework gaat het deels om vakinhoudelijke kennis en vaardigheden, maar in belangrijke mate ook over de aard van wetenschap en de manier waarop wetenschappers werken, noodzakelijk om kritisch te kunnen interpreteren wat over wetenschap in de media beweerd wordt. In de lezing wordt dit framework toegelicht, worden voorbeelden van vragen getoond en bespreken we resultaten en hun mogelijke implicaties voor het Nederlandse onderwijs.

Presentatie

Lezing

Foto's

N-term: tombola of niveauhandhaving?

A. Algra

College voor Examens, Utrecht

Centrale examens hebben sinds 2000 jaarlijks wisselende N-termen. Bij sommige vakken met grote sprongen, bij andere vakken is de N-term redelijk constant. Normeringstermen uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst, stelt het LAKS op zijn website. De 'zwabberende' N-term (de terminologie komt uit een brief van schoolleiders) roept vragen op. Waarom die wisselingen? Beweegt het CvE met de N-term mee met een dalend niveau van de leerlingen? Worden goede prestaties afgestraft met een lage N-term? Waarom niet gewoon standaard een N-term van 1, of op zijn minst een N-term die van te voren objectief is vastgesteld? Hoe kun je het verschil tussen SE en CE verkleinen als het CvE steeds met de N-term schuift? En waarom een knik in de grafiek van score naar cijfer, waarom niet een mooie gebogen lijn? Op deze vragen, en andere vragen van de deelnemers over de techniek van de N-term, zal worden ingegaan. Daarbij kijken we naar de N-term in relatie met de moeilijkheidsgraad van het examen, maar ook naar de manier waarop het CvE bij de normering (of liefst eerder, in een aanvulling op het correctievoorschrift) rekening houdt met onvolkomenheden in het examen.
Ameling Algra was tot 16 juni 2012 manager examens havo en vwo bij het College voor Examens, en is nu verbonden aan CvE en OCW als projectleider voor de centrale toetsing in PO, VO en MBO voor leerlingen met een beperking.

Lezing

Foto's

Onderzoekend leren en feedback

L.M. Doorman

Freudenthal Instituut voor Didactiek van Wiskunde en Natuurwetenschappen, Universiteit Utrecht

Hoe kunnen leerlingen op een meer onderzoekende manier bètavakken leren? Dat is een centrale vraag in een aantal Europese projecten die onlangs gestart zijn. Het Primas-project richt zich op vaardigheden van docenten voor het realiseren van onderzoekend leren. Een van de thema's waaraan we werken is het organiseren van formatieve toetsing. Formatieve toetsing omvat alle activiteiten van docenten en leerlingen die informatie verschaffen om het lesgeven en de leeractiviteiten te verbeteren. Een zijeffect is dat je hiermee ook leerlingen kunt betrekken bij de leerdoelen. Dit is vooral belangrijk bij activiteiten die onderzoekend leren stimuleren. Voor veel leerlingen is de aard en het belang van processen die daarbij een rol spelen onduidelijk en zien ze niet hoe zij hun bekwaamheid erin kunnen verbeteren. In deze presentatie bespreken we hoe je formatieve toetsing en feedback, door de docent of door leerlingen op elkaars werk, kunt verzorgen en we laten met video zien hoe dat in de klas te realiseren is.

Presentatie

Website: www.primas-project.eu

Foto's

Fast feedback: begrip en vaardigheden ontwikkelen door formatieve toetsing met onmiddellijke feedback

E. van den Berg

Vrije Universiteit Amsterdam

De les van veertig jaar vakdidactische studies is dat er geen magische lesmethoden bestaan die succes garanderen, maar dat het leerproces voortdurend gemonitord moet worden en de didactiek aangepast. Hoe doe je dat diagnostisch monitoren zonder een extra lading correctiewerk? Fast feedback! Hierin wordt diagnostische toetsing direct gecombineerd met remediatie. Leerlingen krijgen korte vragen waarop allen schriftelijk antwoorden met een grafiek, een schets, een vergelijking, of een meerkeuzeantwoord. De docent gaat rond en ziet in een oogopslag welke fouten er gemaakt worden en kan daar onmiddellijk op reageren in een individuele of klassikale uitleg. Via een serie vragen kunnen misconcepties worden afgetast, of kan een begrip of vaardigheid in kleine stapjes worden opgebouwd. Is dit een magische methode? Nee, maar af en toe even tien minuten een fast feedback oefening levert veel op: de docent ziet hoe de vlag erbij hangt, de leerlingen zien zelf wat ze wel of niet begrijpen en kunnen de eigen vooruitgang in een serie vragen zien, en de methode leidt spontaan tot peer teaching. In de lezing wordt een overzicht gegeven van verschillende fast feedback methoden met voorbeelden voor verschillende natuurkundeonderwerpen van mechanica tot deeltjesfysica en voor zowel begrippen als vaardigheden. Een collectie voorbeelden van diagnostische vragen voor verschillende onderwerpen zal via internet beschikbaar zijn. O ja, we hebben dit ook gedaan in klassen van honderd leerlingen in ontwikkelingslanden en het peer teaching van Eric Mazur in Harvard is iets soortgelijks.

Presentatie

Publicatie: Begrippen ontwikkelen, corrigeren en inslijpen met snelle diagnose en feedback

Foto's

De journalistieke toets der kritiek

H. van Maanen

de Volkskrant, Amsterdam

Ruim tien procent van de statistiek in medische toptijdschriften is ondeugdelijk, en in de psychologie kan dat oplopen tot vijftig procent. Het wordt kennelijk aan lezers, en dus aan ons wetenschapsjournalisten als vooruitgeschoven posten, overgelaten om wetenschappelijke resultaten kritisch tegen het licht te houden. Daar zijn wij natuurlijk graag toe bereid, maar het wordt ons niet altijd in dank afgenomen...

Presentatie

Foto's