WND-conferentie 2018

Themawedstrijd

Dit jaar waren er in totaal zeven inzendingen voor de themawedstrijd rond het thema ‘Energie in transitie’. De juryleden Kirsten Stadermann (docente Praedinius Gymnasium), Paul Doorschot (lerarenopleider HAN), Wouter Spaan (lerarenopleider HvA) en Ad Mooldijk (vakdidacticus UU en WND bestuurslid) hebben de inzendingen – zowel het leerlingen- als het docentenmateriaal – beoordeeld op kwaliteit en bruikbaarheid voor anderen.

De inzendingen waren van een goed gehalte. Het verheugt ons om te zien dat er aandacht is voor duurzaamheid en dat er creatief wordt omgegaan met leerstof. De jury heeft het natuurlijk moeilijk gehad om een goede keuze te maken met zulke inzendingen. De drie winnaars kwamen echter wel naar voren in de jurering.

De volledige verzameling inzendingen voor de themawedstrijd inclusief het oordeel van de jury en de winnende inzendingen staat hieronder. Het ingezonden materiaal is via Verkenner te vinden in de map ‘Themawedstrijd’ op deze verslag-DVD.

Hermine Dees Ribbers: Energie en Duurzaamheid

Een lessenserie voor tweetalig vwo in klas 2. In principe bedoeld voor het vak Science2, een soort NLT voor de onderbouw. De drie onderdelen gaan over energiebronnen, warmtetransport en de footprint en passen daarmee goed in het thema van dit jaar. De leerlingen moeten echt creatief aan de slag. Er zal veel opzoekwerk zijn, weinig praktische aanpak. Als docent zijn er duidelijk ook een paar lessen, de invulling daarvan is niet goed zichtbaar.

Alexander Ebo e.a.: Energieomzettingen

Voor de onderbouw heeft een groep docenten een project gemaakt waarin de leerlingen op onderzoeksachtige wijze met een energieomzetting aan de slag gaan. Een mooie gedurfde aanpak voor onderbouwleerlingen, waarbij rollen voor leerlingen en een expert een goed idee zijn. Als eerste kennismaking met de weenschappelijke methode is het geslaagd. Het is uitgeprobeerd en werkt redelijk. Er is nog wel aanpassing nodig na de eerste uitvoering van het project. De doelen voor de leerlingen mogen wat duidelijker. Het werken met formules kan wellicht vermeden worden.

Wilfred van Elsacker: Duurzame energie in een attractiepark

Leerlingen worden met een open opdracht uitgedaagd om creatief te bekijken hoe een attractiepark via zonnepanelen van energie kan worden voorzien. Er is bewust gebruik gemaakt van drieluiken (praktijk, laboratorium, theorie) en een verantwoording binnen het examenprogramma. Leerlingen kunnen er goed mee aan de slag. Docenten kunnen het gemakkelijk aanpassen. Het zou prettig geweest zijn als er aangegeven was welke materialen gebruikt zijn. Het is nog niet in zijn geheel uitgeprobeerd.

Kars Verbeek: Energie omzetten

De proefjes zelf zijn redelijk standaard. De open aanpak met een wedstrijdelement maakt het een leuke werkvorm, die in een redelijk korte tijd te doen is. De leerlingen zijn zo praktisch druk met ontwerpen en ook met energieomzettingen. De energietransitie en een mogelijke maatschappelijke context ontbreekt. Er is waarschijnlijk fysisch nog wel meer uit te halen, al kan dat dan wel meer tijd kosten.

Op drie – Fedde Kortstra: Energiespel

Fedde heeft op een mooie en creatieve manier een spel gemaakt. Het gaat vooral over energieomzettingen, iets minder over de energietransitie. Er is genoeg mogelijk om de actualiteit in het spel te halen. Het spel is compleet met PowerPoint voor uitleg van gebruik en speelkaarten en dergelijke. Niet geheel duidelijk (voor de leerlingen?) zijn de leerdoelen waar het spel voor bedoeld is, en ook niet hoe je na het spel als docent weet dat die doelen behaald zijn. Het is duidelijk een bordspel zonder practica of zoiets.

Op twee – Norbert van Veen: Een energielabel maken

Leerlingen moeten een eigen apparaat een energielabel geven en een offerte maken om een huis duurzamer te maken. Door het zelf maken van een energielabel gaat dit meer leven bij leerlingen. Ook het maken van een offerte voor verduurzaming van woningen geeft inzicht in de mogelijkheden van energiebesparing. Er is minder bewust aandacht voor energietransitie in de enge zin van het woord. Zeker het maken van een energielabel is een creatieve en activerende opdracht. Als docent moet je ook creatief zijn om de leerlingen de opdrachten goed te laten uitwerken.

Op één – Jan van Riswick: Energie en maatschappij

De leerlingen maken per groepje een keuze uit verschillende mogelijkheden om duurzamer te leven, energie te besparen of dit efficiënter te gebruiken. Ze worden zich zo bewust van de mogelijkheden en beperkingen rondom de energieproblematiek. Energietransitie komt ook hier niet bewust aan de orde, maar kan onderdeel van de oplossingen van leerlingen zijn. De opdrachten zijn wel pittig en vergen van de docent een goede voorbereiding om de leerlingen die zelfstandig de opdracht uitvoeren te kunnen begeleiden.

Presentatie

Video-opname

Beoordelingscriteria

Foto's