Achtergrondinformatie bij Bollen schieten
Bollen schieten is ontwikkeld op het Freudenthal instituut in het Wiskie
project.
Beschrijving van het spel
Gegeven is een rooster met een punt op de verticale as van waaruit een
pijl kan worden afgeschoten.
Het startpunt en de richting moeten worden ingevuld, met de muis of
in het invulvak.
Na het invullen moet op de knop "schiet" worden gedrukt, de pijl wordt
dan afgeschoten.
Daarna verschijnt de baan op het scherm die de pijl gevolgd heeft,
de lijn waarvan de vergelijking is ingevuld.
Het doel is om zoveel mogelijk bollen per keer af te schieten.
Het spel kan op vier nivo's worden gespeeld en leerlingen spelen alleen
of tegen elkaar.
Bij het tegen elkaar spelen is er nog de keuzemogelijkheid om alle
bollen te schieten of alleen de bollen van je eigen kleur.
Dit laatste heeft als complicatie dat je de bollen van je tegenstander
niet mag raken, anders ben je je beurt kwijt.
Dat is een bewuste keuze, omdat horizontaal schieten een aantrekkelijke
strategie blijkt te zijn.
In deze situatie levert dat niet vaak punten op.
In het eerste nivo kun je ook de helling en de beginhoogte van de pijl
bewegen.
Automatisch verandert dan de vergelijking mee.
Plaats in de basisvorming
Het programma Bollen schieten sluit aan bij het onderwerp lineaire verbanden
van kerndoel 15:
Onderwerp: Lineaire verbanden, klas 2
-
Leerdoel 1 - Een lineair verband herkennen: in een tabel aan de regelmatige
toename,
in de grafiek aan de rechte lijn, in formule aan de gedaante y
= a*x + b.
-
Leerdoel 2 - Bij een lineair verband een formule van de gedaante y
= a*x opstellen.
-
Leerdoel 3 - Bij een lineair verband een formule van de gedaante y
= a*x + b opstellen.
-
Leerdoel 4 - Beginpunt en stijging van een lineaire grafiek interpreteren
in termen van de situatie.
-
Leerdoel 6 - Beredeneren wat het effect op de grafiek is van een verandering
van de waarde
van a in de formule y = a*x + b; idem voor b.
Suggesties voor gebruik in de klas
Het eerste nivo kan ook goed worden gebruikt om nog eens kenmerken van
lineaire vergelijkingen te illustreren.
Opgaven op dit nivo kunnen ook gebruikt worden om van tevoren eigenschappen
van beginhoogte en hellingsgetal (negatieve en positieve richting) te ontdekken.
Dit laatste moet dan wel klassikaal of begeleid gebeuren.
In een klassikale bespreking kunnen de volgende onderwerpen aan de orde
komen:
-
kenmerken van een rechte lijn
-
voorstelling van een rechte lijn
-
verband tussen formule en grafiek: helling, beginpunt
-
wat verandert er als je bijvoorbeeld het beginpunt verandert,
hoe zie je dat in de grafiek (verschuiving van de lijn, evenwijdige
lijnen)
-
wat verandert er als je de richting verandert,
hoe zie je dat in de grafiek (lijn loopt stijler of minder stijl, stijgende
en dalende lijnen)
Spelen?
Wil je de applet Bollen schieten spelen, klik dan hier.