Werkgroep 16: Getting Practical

B. van den Berg en H. Pol

Praktisch werk is een essentieel onderdeel van het onderwijs in de exacte vakken. Echter, omdat de beschikbare contacttijd afneemt, terwijl het examenprogramma nauwelijks kleiner wordt, komt het praktisch werk onder druk te staan.
Wil men toch voldoende praktisch werk blijven doen, dan is het van belang om goed de verschillende doelstellingen van praktisch werk te benoemen. Naast het aanleren van inhoudelijke natuurkunde bestaat er een breed palet van kennis en vaardigheden dat door de inzet van praktisch werk kan worden verbeterd.
Hierbij kan men denken aan het inbouwen van zowel ‘hands on’ als ‘minds on’ activiteiten, het maken van keuzes voor juist praktische vaardigheden, het illustreren van theorie of het zelfstandig doorlopen van een onderzoeksfase en het daarbij opdoen van onderzoeksvaardigheden.
In Groot Brittannië is de laatste jaren een initiatief ontplooid waarbinnen docenten de discussie aangaan over de doelstellingen en opzet van het praktisch werk onder de titel Getting Practical. De basis van elke Getting Practical training is dat docenten onder begeleiding de discussie aangaan over de doelstellingen en uitwerkingen van eigen bestaand practicummateriaal. Op basis van de uitkomsten van de gevoerde discussie verbeteren docenten gezamenlijk proeven en andere vormen van praktisch werk of ontwikkelen nieuw materiaal met helder geformuleerde doelstellingen. Zo ontstaat er effectiever bčtaonderwijs.
In de werkgroep zal op een interactieve manier de discussie over doelstellingen van praktisch werk aan de orde komen en wordt op deze manier een eerste introductie van het project Getting Practical gegeven.