Een Canon van de Natuurkundedidactiek?

P.L. Lijnse
Universiteit Utrecht, FIsme

Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is het natuurkundeonderwijs voortdurend aan onderwijspolitieke vernieuwingen onderhevig geweest. De inhoudelijk gemotiveerde veranderingen van de jaren zestig en zeventig (CMLN 1974), gekenmerkt door een internationale nadruk op de structuur van de discipline en ontdekkend leren. Daarna verschoof de aandacht naar doelverbreding en leerlinggerichtheid (WEN, 1988), terwijl het recentelijk vooral lijkt te gaan om de ontwikkeling van vaardigheden en talent (NABISK, 1995; NINA, 2005).
Daarnaast zijn er ontwikkelingen uit onderwijspsychologie en didactisch onderzoek, die in meer of mindere mate hun invloed hebben doen gelden op de didactiek. De ’mastery learning’ van het behaviorisme, de Piagettheorie en het constructivisme, de rol van leerlingdenkbeelden en ‘conceptual change’ en de huidige nadruk op metacognitie en reflectie. De centrale vraag wordt dan in hoeverre deze ontwikkelingen een stempel hebben gedrukt op het natuurkundeonderwijs en in hoeverre ze derhalve opname verdienen in een canon.