 | Kim en de trapkogelbaan De trapkogelbaan is een type knikkerbaan waar de knikkers - door te draaien - naar boven getild worden alvorens ze naar beneden rollen. |
| Beschrijving van de activiteit De trapkogelbaan is een type knikkerbaan waar de knikkers - door te draaien - naar boven getild worden alvorens ze naar beneden rollen. De treden lopen op in lengte en worden op en neer bewogen door een as met daarop excentrische geplaatste schijven. Door een lichte helling van de treden naar beneden komt de knikker steeds op de volgende trede terecht. We vragen kinderen eerst om te voorspellen wat er zal gebeuren als je aan het slingertje draait. Na een paar keer draaien vragen we ook wat er zal gebeuren als je de andere kant op draait. Welke kant gaat de knikker dan op? En wat zal er gebeuren als je meerdere knikkers in het gootje legt? We hebben de trapkogelbaan zo veranderd dat we de treden er ook uit kunnen halen en we kinderen vervolgens kunnen vragen om hem weer in elkaar te zetten |
| Beschrijving van de videoclip Kim is precies zeven jaar oud. 'Wat is dit voor iets?' vraagt de onderzoeker. Kim heeft geen idee. Wel ziet ze het 'draaiding' zitten. Maar de onderzoeker houdt zijn hand ervoor en vraagt Kim wat er zou gebeuren als je eraan zou draaien. 'De balletjes worden opgetild en dan gaan ze zo van wieee ... hup...' 'Maar hoe kun je nou balletjes optillen?' vraagt de onderzoeker. 'Dat komt door de houten blokjes die om de beurt op en neer bewogen worden door de ballen' (schijven), legt Kim uit. Ook kan ze verklaren waarom de blokjes niet tegelijk naar boven en beneden gaan, namelijk omdat de schijven verschillende 'hoogtepunten' hebben. Kim wijst precies aan welke blokjes bij elkaar horen. Om en om gaan de balkjes omhoog en omlaag. Dan mag Kim eindelijk draaien en er gebeurt precies wat ze voorspeld heeft. Ze heeft ook wel een naam voor het ding: 'draaiorgel, nee knikkerorgel'. 'Wat zou er gebeuren als je de andere kant op draait?', vraagt de onderzoeker. 'Nog steeds hetzelfde, want het gaat om de beurt', licht Kim toe. Als de onderzoeker vraagt of ze het knikkerorgel weer in elkaar kan zetten, denkt ze van wel. Ze let aanvankelijk wel op de lengte van de balkjes maar nog niet op ligging van de gootjes bovenin de balkjes. |
| Freudenthal Instituut: Home - Universiteit Utrecht | Freudenthal Collectie: Home - Showcase - Archief | Subset: Wetenschap & Technologie |
