Daan en de luchtspuit
De 'luchtspuit' bestaat uit twee injectiespuiten (zonder naald) die met een slangetje aan elkaar verbonden zijn.
  |  © freudenthal instituut  |  Bron  |  541 views  |  Home  |  

Beschrijving van de activiteit

De 'luchtspuit' bestaat uit twee injectiespuiten (zonder naald) die met een slangetje aan elkaar verbonden zijn. Als de ene zuiger is uitgetrokken en de andere ingeduwd, kan door het induwen van de uitgetrokken zuiger de lucht naar de andere spuit verplaatst worden. De activiteit wordt met opzet niet met water gedaan, hoewel dat ook kan, maar met lucht. Bij gebruik van water zie je immers door de aanwezige luchtbelletjes het water bewegen, bij gebruik van lucht zie je niets. De onderzoeker zet, terwijl het kind toekijkt, de luchtspuit zoals boven beschreven in elkaar. Het kind houdt de ene spuit vast en de onderzoeker vraagt wat er zal gebeuren als de andere spuit wordt ingeduwd.



Beschrijving van de videoclip

'Heb je dit wel eens gezien', vraagt de onderzoeker aan Daan als zij de twee spuiten en het slangetje op tafel legt. Daan zegt dat hij het wel eens gezien heeft. 'Waar heb je dat gezien?', vraagt de onderzoeker. Daan blijft er bij dat hij het wel gezien heeft maar er nog niet mee gespeeld. 'Nog niet.' De onderzoeker zet de spuit in elkaar. Een spuit met ingeduwde zuiger en de andere met uitgetrokken zuiger. Nu het slangetje tussen beide spuiten. En dan gaat de onderzoeker de spuit induwen. Maar eerst vraagt ze nog even wat Daan denkt dat er zal gaan gebeuren. Daan zegt daar niet zoveel op. Hij kijkt heel snel naar z’n eigen spuit, maar dat komt misschien omdat hij de spuit zo dicht bij z’n gezicht houdt. 'Gaat omhoog. Omhoog', zegt Daan. 'Nu ga ik bij jou doen', en Daan duwt nu zijn spuit in. Het lijkt wel toveren. 'Begrijp jij hoe het kan?', vraagt de onderzoeker verschillende keren. Daan verandert zijn woordkeus en in plaats van omhoog zegt hij nu: 'Hij gaat in de lucht.' Daan ontdekt ook dat je niet alleen kan duwen maar ook trekken. De onderzoeker komt terug op de lucht van Daan. Daan bedoelt met lucht waarschijnlijk niets anders dan omhoog. Wel wijst hij op het slangetje. Dat moet er mee te maken hebben. 'Zag jij iets?' vraagt de onderzoeker. Ja, Daan zag wel iets. 'Water', zegt Daan. Maar als het slangetje los is ziet Daan geen water. Daan repareert de luchtspuit. En hij doet het weer. De onderzoeker haalt nu het slangetje weer los en vraagt Daan of hij het nu ook zal doen. Daan denkt van wel. Maar nee, het werkt niet. Daan maakt het slangetje weer vast en dan doet hij het weer.



Klik hier als de video niet direct afspeelt


  |  Freudenthal Instituut: Home - Universiteit Utrecht  |  Freudenthal Collectie: Home - Showcase - Archief  |  Subset: Wetenschap & Technologie  |