Voorbereiden op Compex met Newton (in Deventer)

Werkgroep 31

A. Groenewold & H. Nienhuis

Etty Hillesum Lyceum, Deventer

Eigenlijk is het in Deventer andersom gegaan. Na de fusie van de drie verschillende scholen en de vorming van één aparte tweede fase school, hadden we ons natuurkunde-onderwijs al zo ingericht dat Compex daar een logische afronding van is.

We gebruiken de ‘methode’ Newton, omdat Newton goed aansluit bij de tweede fase. En omdat we tevreden zijn met de thematische opzet en de verdeling theorie, verwerking en oefening in de Newton boeken. Maar we hebben onze eigen oefenpractica, practicum-toetsen en praktische opdrachten gemaakt in de loop der jaren.

We hebben twee keer meegedaan met Compex, zowel op vwo als havo, en doen ook dit jaar weer mee. We bereiden leerlingen niet speciaal voor op Compex. Eén lesuur laten we ze oefenen met het opslaan van hun werk aan de hand van het examen van vorig jaar.

In deze werkgroep laten we zien hoe onze leerlijn natuurkunde in de tweede fase in elkaar steekt. Deelnemers aan de werkgroep kunnen zelf aan de slag met computers en krijgen alle bijbehorende documentatie mee.

Examentraject Natuurkunde havo/vwo te Deventer

De Deventer scholenfusie:

nu samen in:

Inrichting Tweede Fase op onze school:

Uitgangspunten van ons programma:

Onze ruimten:

Ons P.T.A. en het Schoolexamen:

Studiewijzers gaan uit van 5 ‘leerrondes’:

  1. Theorie(boek) bestuderen
  2. Vragen, Opgaven en/of Practicumopdrachten maken
  3. (in k-lessen) uitleg halen
  4. ‘leren’ vlak voor de toets

Practicuminstructies:

Practicumtoetsen (toetsen de beschreven vaardigheden: zie bijlage 1)

Praktische Opdrachten

Ervaringen met compex natuurkunde 1,2:

Bijlage 1

Practicumvaardigheden natuurkunde 12 vwo: wat je moet kunnen

Uit hoofdstuk 1 van Newton:

Uit hoofdstuk 2 van Newton:

Uit hoofdstuk 3 van Newton:

Uit hoofdstuk 4 van Newton:

Uit hoofdstuk 5 van Newton:

Uit hoofdstuk 6 van Newton:

Uit hoofdstuk 7 van Newton:

Uit hoofdstuk 8 van Newton:

Uit hoofdstuk 9 van Newton:

Uit hoofdstuk 10 van Newton:

Uit hoofdstuk 11 van Newton:

Uit hoofdstuk 12 van Newton:

In hoofdstuk 13 van Newton komen geen nieuwe practicumvaardigheden aan de orde.

Uit hoofdstuk 14 van Newton:

Uit hoofdstuk 15 van Newton:

Uit hoofdstuk 16 van Newton:

Uit hoofdstuk 17 van Newton:

Uit hoofdstuk 18 van Newton:

De praktische vaardigheden die nodig zijn om een numeriek model op te stellen en in modelomgeving in te voeren (of in een ander spreadsheetprogramma), komen apart aan bod in de praktische opdracht bij dit hoofdstuk.

Experimenten over de leerstof uit de hoofdstukken 19 en 20, vergen geen nieuwe praktische vaardigheden.

Vaardigheden die nodig zijn om een goed verslag (of andere presentatie) van een onderzoek te maken, komen aan bod in de praktische opdrachten en het profielwerkstuk. In practicumtoetsen volstaat het de opdrachten en metingen uit te voeren en uit te werken en de vragen te beantwoorden.

De practicumvaardigheden uit de verschillende hoofdstukken stapelen: bij elk hoofdstuk kunnen ook vaardigheden uit vorige hoofdstukken nodig zijn.

In deze laatste practicumtoets in 6 vwo kunnen ze in principe allemaal aan bod komen.

Bijlage 2

Een verslag van een onderzoek naar de geldigheid van een numeriek model, zoals de praktische opdracht in 6vwo, bevat in elk geval de volgende onderdelen:

Het verslag wordt becommentarieerd en beoordeeld volgens onderstaand protocol.

Het cijfer geldt voor beide groepsleden.

Beoordeling van de praktische opdracht:

Voor elk onderdeel van de beoordeling zijn maximaal 5 punten te halen:
1 punt (slecht) als het betreffende aspect niet aanwezig is of zeer gebrekkig uitgewerkt,
2 punten (onvoldoende) als het aspect weliswaar aanwezig is, maar onvoldoende uitgewerkt,
3 punten (voldoende) als het aspect aanwezig is en redelijk uitgewerkt is,
4 punten (goed) als het aspect aanwezig is en naar tevredenheid is uitgewerkt en
5 punten (zeer goed) als het aspect aanwezig is en naar volle tevredenheid is uitgewerkt.

Onderdelen van de praktische opdracht die beoordeeld zijn:
a) (beschrijving van) de opzet en aanpak: inleiding en vraagstelling (met de onderzoeksvraag).
b) (beschrijving en/of tekening van) de gebruikte opstelling(en), de toegepaste meetmethode(n) en procedure(s) bij het fysische experiment.
c) (beschrijving en/of tekening van) het gebruikte wiskundige model.
d) (beschrijving van) de berekeningen in het numerieke model
e) (beschrijving/weergave van) de resultaten en conclusie(s).
f) commentaar op eigen werk.
g) natuurkundig en wiskundig juiste (meet)methoden, redeneringen en berekeningen.
h) diepgang of originaliteit van het onderzoek.
i) duidelijkheid, begrijpelijkheid en overzichtelijkheid van het verslag (iedere medeleerling moet het kunnen begrijpen en kunnen nadoen).

Er zijn totaal maximaal 45 punten te behalen. Het cijfer = puntental / 4,0 en is maximaal 10.

Bijlage 3

Praktische Opdracht Technische Automatisering:

Deze opdracht realiseer je met Systeembord(en) en/of het simulatieprogramma Systematic.

Met zijn tweeën ontwerp je twee systemen zoals die van opdracht 45 t/m 62. Je mag ook zelf iets bedenken en dat aan je docent voorleggen (of dat niet te moeilijk of te makkelijk is). Als het ingewikkeld genoeg is, volstaat één systeem met subsystemen.

Van elk systeem lever je een verslag in met

En je demonstreert een werkend model van het ontwerp.

Ook geef je hierbij allebei mondeling uitleg en beantwoord je vragen van de docent.

Beoordeling van de praktische opdracht technische automatisering
(behaalde cijfer: = puntental * 10 / 18)

Onderdelen van de praktische opdracht die beoordeeld worden:
a) opzet : inleiding, met onderwerpkeuze (wat ga je ontwerpen) en de functionele eisen die je aan het ontwerp stelt (wat moet het doen of kunnen). (3 p)
b) beschrijving van opzet en aanpak: globale omschrijving van je ontwerp. (2 p)
c) uitwerking naar een technisch ontwerp (schema van de schakeling en realisatie met schakelborden en evt. een simulatie). (5 p)
d) juistheid van het ontwerp: het systeem moet goed functioneren (of kunnen functioneren). Je moet dit ook laten zien in het echt (systeemborden) of met een simulatie (Systematic). (3 p)
e) uitgebreidheid, diepgang en/of originaliteit van het ontwerp. (3 p)
f) duidelijkheid, begrijpelijkheid en overzichtelijkheid van het verslag (iedere medeleerling moet het kunnen begrijpen en kunnen nadoen). (2 p)