Glazen, kokers en tennisballen  |  393 views  |  home | Engelse versie |  Lesmateriaal,
voor onderzoekend leren
De opdracht



Onderbouw wiskunde dag (owd) 2016

Glazen, kokers en tennisballen

Eerst zijn er twee opdrachten over de inhoud van verschillende glazen en de inhoud van een gevouwen koker (van een A4). Daarna luidt de centrale opdracht:
  • Ontwerp een papieren verpakking met zo min mogelijk papier, waarbij 10 tennisballen zo efficiĆ«nt mogelijk verpakt worden. Hoe minder ruimte het geheel inneemt, hoe beter!
  • Lever een gebruiksaanwijzing met illustraties voor het maken van de verpakking, doe dat op zo'n manier dat iemand anders het kan maken.
  • Laat met behulp van berekeningen, tekeningen en foto's zien dat je verpakking uit een minimale hoeveelheid papier bestaat, en zeer efficiĆ«nt is.
Achtergrondinformatie

OnderbouwWiskundeDag

Gedurende de OnderbouwWiskundeDag werken de leerlingen in teams van 3 a 4 leerlingen gedurende een dag aan een 'grote' wiskundige (denk)opdracht waarin probleemoplossen centraal staat. Dit resulteert in een eindproduct (werkstuk). Inhoudelijk sluit deze opdracht (voor zover mogelijk) aan bij de nieuwe doelen voor de onderbouw.

Wiskunde in teams
Het Freudenthal Instituut organiseert jaarlijks drie wiskunde-evenementen waarbij leerlingen in teams van 3 of 4 een hele dag aan een grote wiskundige opdracht werken, met als eindproduct een werkstuk. Bij deze activiteiten staan vaardigheden als probleem oplossen, modelleren, representeren, redeneren, argumenteren en samenwerken centraal. Een goede onderlinge taakverdeling binnen de teams en een effectieve strategie zijn van groot belang. De opdrachten zijn zo vormgegeven dat ze creativiteit en een onderzoekende houding bij de leerlingen stimuleren, en zijn dan ook goed in te zetten als praktische opdracht of wiskundige denkactiviteit. Voor het basisonderwijs wordt op basis van dezelfde uitgangspunten ieder jaar de Grote Rekendag georganiseerd.


Onderbouw wiskunde dag
Leren toepassen van het geleerde
De opdracht is zo ontworpen dat:
  • het probleem in een niet-wiskundige context wordt aangeboden zodat leerlingen kunnen laten zien dat ze hun kennis en vaardigheden kunnen toepassen in situaties uit het dagelijks leven of beroep.
  • de te gebruiken wiskunde niet te specifiek A (of C) of B (of D) is;
  • de opdracht mogelijkheden biedt voor proberen, analyseren, redeneren, rekenen en ontwerpen;
  • de opdracht voldoende authentiek is zonder te complex te zijn. De leerlingen kunnen in het laatste deel een rol aannemen (die van adviseur aan de schooldirectie). Tegelijkertijd is de wiskunde voldoende herkenbaar;
  • alle deelnemende teams met een gemiddelde inspanning een resultaat kunnen bereiken terwijl er tegelijkertijd differentiatiemogelijkheden zijn. Met name in de resultaten van de eindopdracht zullen er verschillen zijn in creativiteit, diepgang en het gebruik van wiskunde. Dit zijn criteria die een rol spelen bij de beoordeling;
  • de opdracht bestaat uit een enigszins gesloten instap, een middendeel dat vooral gericht is op het onderzoeken en beredeneerd aanpassen van een bestaande situatie en ten slotte een open ontwerpopdracht, waarin ook plaats is voor reflectie.

Collectie leermiddelen Freudenthal Instituut (subset OnderbouwWiskundeDag)