 | Tobias en Karlien en het dierenrijk Activiteit, video van Talentenkracht |
| Beschrijving van de activiteit Het kind krijgt een verzameling plastic diertjes voor zich, met de vraag om er groepjes van te maken. Hoe langer kinderen op school zitten hoe meer informatie ze hebben over (wetenschappelijke) indelingen van het dierenrijk. Hier mogen ze aan de hand van eigen argumenten (criteria) bepalen welke dieren bij elkaar horen. Elke indeling is legitiem, als de kinderen maar kunnen uitleggen waarom de dieren bij elkaar horen. De taak van de begeleider is het vragen waarom een bepaald dier in dat groepje hoort en waarom niet in een ander groepje. Mogelijke indelingen: dieren die op het land, in de lucht of in het water leven; dieren die nu nog voorkomen en dieren die zijn uitgestorven; landen of werelddelen waarin ze voorkomen; soort voedsel dat ze eten; de manier waarop ze hun jongen krijgen. |
| Beschrijving van de videoclip Tobias (7 jaar 7 maanden) en Karlien (7 jaar) zitten met de onderzoeker achter de laptop. Ze hebben een indeling gemaakt in vier groepen: de zeedieren, de vliegdieren, de landdieren die niet jagen en de landdieren die wel jagen, en de rest van de dieren. De laptop wordt weg gezet en ze krijgen zo’n 40 plastic diertjes voor zich met het verzoek ook deze dieren te groeperen. De onderzoeker vraagt door over struisvogels die niet vliegen en over roofdieren. Tobias en Karlien zijn het er over eens dat roofdieren op andere dieren jagen en ze opeten. De onderzoeker vraagt wat wij zijn. “Wij zijn mens!” “Maar zijn wij ook roofdieren?” vraagt de onderzoeker. Ze constateren dat wij vis, vlees en appels eten. Er wordt wild gespeculeerd over orka’s die appels eten. Alleen als het dier iemand die een appel in de hand heeft een arm afbijt, verder niet. Tobias en Karlien zijn het er over eens dat een dier dat alles eet ook bij de roofdieren mag. Kenmerken van vogels vinden ze: veren, kunnen vliegen, een snavel en eieren leggen. Uiteindelijk komen ze tot de volgende indeling: landroofdieren; gewone landdieren die niet roven; vogels die niet roven; vogels die wel roven; nijlpaard die niet rooft; dieren die wel roven in de zee. De onderzoeker wijst hen nog even op de orang-oetan en twee andere apen, zij worden door Karlien en Tobias verplaatst van de (land)roofdieren naar de niet rovende landdieren omdat ze alleen planten eten. Ze zijn klaar en tevreden. |
| Freudenthal Instituut: Home - Universiteit Utrecht | Freudenthal Collectie: Home - Showcase - Archief | Subset: Wetenschap & Technologie |
