 | Sydney, Rianne, Emile en Alexandra en de loterij Activiteit, video van Talentenkracht |
| Beschrijving van de activiteit Met een groepje van vier kinderen wordt een loterij gespeeld. Bij iedere handeling wordt hen de vraag gesteld of dit (voor iedereen) eerlijk is en het waarom. Er kan ook gevraagd worden naar de kansen om te winnen. De lootjes worden op verschillende manieren aangeboden. 1. Iedereen trekt een lootje uit de hoge hoed en maakt het tegelijk open. Het winnende getal was geheim en wordt getoond. 2. Het winnende getal wordt bekend gemaakt en iedereen trekt een lootje. De lootjes worden tegelijk open gemaakt. 3. Het winnende getal wordt vooraf bekend gemaakt. Een van de deelnemers mag een lot trekken en openen. Als het geen winnend lot is mag een volgende deelnemer een lot trekken en openen. Zodra het winnend lot is geopend hoeven de anderen de lootjes niet meer te trekken en te openen. 4. Als 3, maar dan wordt het getrokken lot, als het niet het winnende getal is, terug in de hoed gedaan. Het trekken van loten gaat net zo lang door totdat het winnende lot is getrokken. |
| Beschrijving van de videoclip Emile, Rianne, Sydney en Alexandra (groep 5) zitten met de onderzoeker aan tafel. Ze bedenken een interessant cadeau als hoofdprijs van de loterij die ze gaan spelen. In de hoge hoed zitten vier lootjes, nummer 1 tot en met 4. Ze mogen er elk één trekken, maar nog niet open maken. De onderzoeker vraagt of dit eerlijk is. Eén mocht als eerste pakken en de vierde had niets meer te kiezen. Ze vinden dit eerlijk, want ze zitten nog dicht. De onderzoeker pakt het bord, het winnende nummer is 3. Ze mogen hun papiertje open maken en de winnaar is Alexandra. Bij de volgende loterij wordt het winnende nummer bekend gemaakt en de volgorde moet nu andersom, want daarnet had Alexandra meer kans en nu Emile. Emile trekt een lootje. Ze weten goed dat twee het winnende nummer is. Emile heeft 3 en Rianne pakt 1. Sydney vindt dat het voor hem makkelijker wordt omdat er al twee ‘foute’ uit zijn. Hij trekt de 2. “Wil jij nog een lootje?” vraagt de onderzoeker aan Alexandra. Ze twijfelt even, maar hoeft geen lootje meer. Ze weet toch al wat de anderen hebben en zij 1 heeft. Alle kinderen vinden dit eerlijk, ook Alexandra ook al had zij geen kans omdat de prijs er al uit was. Met teruglegging Er wordt nu geloot met terugleggen van de lootjes. Ze vinden het eerlijk omdat ze zo allemaal even veel kans hebben op het winnende getal. Ze spreken af dat 1 het winnende getal is. Rianne trekt 4 en legt het lootje terug. Emile trekt een lootje en heeft 1. Nu heeft hij ook een keer gewonnen. De onderzoeker vraagt of het ook eerlijk was met het terugleggen van de lootjes. De kinderen vinden van wel. De onderzoeker vraagt de kinderen of ze alle spelen eerlijk vonden. Ja, dat vonden ze. Alles was eerlijk want ze hebben allemaal een keer gewonnen. |
| Freudenthal Instituut: Home - Universiteit Utrecht | Freudenthal Collectie: Home - Showcase - Archief | Subset: Wetenschap & Technologie |
