Ids en Josephine en de schaduwen Activiteit, video van Talentenkracht |
Beschrijving van de activiteit Kind(eren) en onderzoeker bekijken hoe de zon schaduwen maakt. Eerst wordt de eigen schaduw onderzocht en de lengte op de grond getekend. Is je eigen schaduw langer of korter dan jijzelf? Kan iemand in je schaduw staan, zoja hoe? Hoe kun je een schaduw veranderen? Er wordt gevraagd naar de verandering van de schaduw door de dag heen in relatie tot de stand (plaats en hoogte) van de zon. Moeilijke vragen zijn: waar is de schaduw, is de schaduw alleen op de grond, kun je de schaduw losmaken van jezelf? Daarna wordt gekeken naar schaduwbeelden (op de grond tekenen) van bijvoorbeeld een bal, een hoepel en een paraplu. Is het schaduwbeeld kwa vorm altijd gelijk aan dat van het object? Geeft een hoepel (altijd) een ronde schaduw? |
Beschrijving van de videoclip Ids ( 5 jaar 9 maanden) en Josephine (6 jaar 3 maanden) staan op een zonnige dag met de onderzoeker op het schoolplein. Waar staat de zon? Daar! De zon is fel, doet pijn aan je ogen en je ziet er vlekjes van. Niet meer recht in de zon kijken dus. Ze overleggen of de zon altijd op die plek staat. Dat is niet het geval, de zon staat ook daar en daar. Ids weet dat dat komt omdat de aarde draait. Ze weten dat ze zelf ook schaduw hebben en onderzoeken of de schaduw van Ids groter is dan hijzelf. Ids gaat staan, Josephine tekent met krijt een lijn tot waar zijn schaduw ophoudt en Ids gaat ernaast op de grond liggen. Ids zelf is kleiner dan zijn schaduw. De onderzoeker vraagt of Ids zich kan verstoppen in de schaduw van Josephine, hij gaat achter haar staan, verdwijnt en vindt dat hij in haar schaduw staat. Als Josephine een stap naar voren doet, verschijnt haar hoofd bovenin en zien ze dat Josephine in de schaduw van Ids staat. Als de zon schijnt loopt de schaduw altijd met je mee vinden ze beiden. Los komen van je schaduw doe je door je been te bewegen of te springen. De onderzoeker informeert of je van een hoepel ook een schaduw kunt krijgen. Ze vinden van wel en proberen het uit en tekenen de schaduw van de hoepel op de grond. Ids vindt het een rondje, Josephine meer een paasei. Zij heeft gelijk, blijkt als ze de hoepel op de tekening leggen. Dit wordt ook met een bal uitgeprobeerd. Ook een paaseitje maar nu dicht. Josephine houdt de bal hoog boven haar hoofd om de vorm te vergelijken, de schaduw is eerst te ver, ze doet gelijk een stap achteruit om de bal op de goede plek te krijgen. De schaduw past weer. |