Voor wie?
Samenvatting
Onderwerp |
meten, maten;
rekenen, schatten
|
Samenvatting | Het gewicht van één enkele rijstkorrel valt met een balans met gewichtjes (zeg vanaf 1 gram) niet te bepalen. Hoewel we met deze opdracht geen ervaringen met leerlingen hebben opgedaan, zullen ook zij wellicht snel komen met de oplossing om meerdere korrels af te wegen en vervolgens het antwoord te delen door het aantal korrels. Als u hier ervaring mee opdoet, horen wij graag van uw bevindingen (dat kan via het rekenweb). |
| Bedoeling
Bedoeling
Het gewicht van één enkele rijstkorrel valt met een balans met gewichtjes (zeg vanaf 1 gram) niet te bepalen. Hoewel we met deze opdracht geen ervaringen met leerlingen hebben opgedaan, zullen ook zij wellicht snel komen met de oplossing om meerdere korrels af te wegen en vervolgens het antwoord te delen door het aantal korrels. Als u hier ervaring mee opdoet, horen wij graag van uw bevindingen (dat kan via het RekenWeb).
Globaal kunnen de leerlingen drie kanten op:
Uitgaan van het kleinste gewichtje
Ze leggen het kleinste gewichtje op de ene schaal (in het gunstigste geval is dat 1 gram) Vervolgens leggen ze op de andere schaal net zo lang rijstkorrels tot de balans in evenwicht is. Nu kan die ene gram gedeeld worden door het aantal korrels. Nadeel van deze aanpak is dat het een lastige deelsom oplevert, bijvoorbeeld 1 gram : 47 korrels. Zelfs al zetten de leerlingen die 1 gram om in 1000 milligram, dan nog zal dit een pittig sommetje blijken (1000 : 47 ).
Uitgaan van 10, 100 of 1000 korrels Een tweede mogelijkheid is om 10, 100 of 1000 korrels te wegen. De som is nu een stuk eenvoudiger, omdat delen door 10, 100 of 1000 alleen een verschuiving van de komma oplevert. Bijvoorbeeld:
100 rijstkorrels blijken ongeveer 2 gram te wegen. De som wordt dan 2 gram : 100 = 0,02 g voor 1 korrel.
Stel dat 1000 korrels ongeveer 19 gram wegen dan wordt de som: 19 gram : 1000= 0,019 g voor 1 korrel
Zoals hieruit blijkt, wordt het antwoord nauwkeuriger, naarmate het aantal rijstkorrels groter wordt.
Omzetten in milligrammen
Nog eenvoudiger wordt het als je alles omzet in milligrammen. In dat geval verdwijnen er nullen: 2000 mg : 100 = 20 mg 19000 mg : 1000 = 19 mg
Het zal duidelijk zijn dat er veel te ontdekken valt bij deze opdracht. Teveel om de leerlingen in een keer te laten ervaren. Dat hoeft ook niet. In wezen is elke ontdekking die de leerlingen hier doen al meegenomen. In een nabespreking en in vervolglessen kunnen ook de andere handigheden aan de orde komen.
Bediening
|