Programma
Op de Nationale Wiskunde Dagen komen in plenaire lezingen en werkgroepen nieuwe
en historische ontwikkelingen binnen de wiskunde aan de orde. De sprekers zijn
wiskundigen die over hun vak praten, maar ook niet-wiskundigen die laten zien
hoe wiskunde bij de uitoefening van hun beroep wordt toegepast. Naast het inhoudelijke
programma zijn er de gebruikelijke extra's, waaronder de informatiemarkt en
de funrun.
Plenaire lezingen
De openingslezing wordt dit jaar verzorgd door Arjen Doelman, hoogleraar
aan de Universiteit van Amsterdam, die iets zal vertellen over de wiskunde
van golfverschijnselen.
Marjolein Kool, geen onbekende op de Nationale Wiskunde Dagen,
neemt de middaglezing voor haar rekening met als thema 'Wiskunde op rijm,
door de eeuwen heen'. De vrijdagavondlezing wordt verzorgd door het Engelse
echtpaar Mike and Wendy Gluyas, twee namen die garant staan voor een wervelende
show.
De slotlezing op zaterdag tenslotte wordt verzorgd door de Israëlische
Shlomo Vinner, die op een heel eigen wijze zal belichten hoe emotionele
aspecten van menselijk gedrag hun invloed hebben op wiskundeonderwijs en
onderwijsvernieuwing.
Parallelle lezingen
De parallelle lezingen zijn zoals gebruikelijk gekoppeld aan een aantal
thema's.
Hieronder volgt een toelichting per thema.
wiskunde om de wiskunde:
codes en cryptografie
Het vakgebied van de codering en cryptografie heeft zich in het betrekkelijk
recente verleden stormachtig ontwikkeld. Door het aanbrengen van extra informatie
kan codering bijvoorbeeld gebruikt worden om een bericht tegen beschadiging
te beschermen (error correcting codes).
Een andere bekende toepassing is codering om een bericht geheim te houden
(cryptografie). Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt bij elektronische verkiezingen.
Door digitale vingerafdrukken toe te voegen aan bijvoorbeeld een cd, kan
de echtheid van de schrijver bewezen worden (autorisatie).
En waarom kan een computer wel snel een macht berekenen, maar niet het
omgekeerde: de wortel of de logaritme? En hoe kun je dat gebruiken om
een geheime boodschap veilig te versleutelen?
Al deze onderwerpen komen aan bod op de aanstaande Nationale Wiskunde
Dagen.
wiskunde en zeevaart
De kapitein van het schip verwelkomt u aan boord voor een tripje over de
woelige baren. U denkt: woelige baren? Maar die kan ik toch met wat goniometrische
functies beschrijven? Op de motor vaart het schip de haven uit. U denkt:
zo'n schroef, zou dat iets met een schroeflijn te maken hebben? Eenmaal
buitengaats worden de zeilen gehesen. Een straffe bries doet de zeilen bollen.
U ziet onmiddellijk het evenredige verband tussen zeiloppervlak en het ontwikkelde
vermogen van het schip. Staande aan stuurboordzijde overvalt een bui van
mijmeringen u terwijl u over de eindeloze einder tuurt. De horizon schijnt
u als een cirkelsegment toe. Da's pas bolmeetkunde. U neemt plaats bij de
boegspriet en wordt gegrepen door het lijnenspel van zowel het lopend als
het staand want. Voor u het in de gaten heeft ziet u de ontbindingen van
alle
krachtsvectoren die het schip beheersen, door het want lopen. Tevreden constateert
u dat zeevaart heel veel raakvlakken met wiskunde heeft. Maar even later
staat de stuurman een zonnetje te schieten met zijn sextant. U vraagt zich
af hoe dat nu in zijn werk gaat. En stilletjes spreekt u bij uzelf de wens
uit dat wiskunde en zeevaart een van de thema's zal zijn op de Nationale
Wiskunde Dagen. Welnu, uw wens gaat in vervulling.
wiskunde en modelleren
Wiskundige theorieën en berekeningen passen in meerdere of mindere
mate goed bij de werkelijkheid. Als medium tussen de beide gebruiken we
het begrip model: een min of meer systematische manier om realistische gegevens
in een wiskundige context te plaatsen en er vervolgens wat mee te doen.
Voorbeelden te over: veel mechanische problemen worden zo binnen de theorie
van differentiaalvergelijkingen getrokken. Situaties waarbij onzekerheden
optreden, kunnen vertaald worden in stochastische of statistische modellen,
etc. De basis van het modelleren is abstractie: het isoleren van de variabelen
die relevant zijn voor het beschouwde probleem. Binnen dit thema laten we
aan de hand van voorbeelden uit de praktijk een ruime variatie zien van
de mogelijke wiskundige theorieën waarmee gemodelleerd kan worden.
wiskunde en sport
Sport en statistisch toeval, dat lijken tegenstrijdigheden, maar menig sportevenement
heeft hier toch van alles mee te maken. Toptijden bij het 1500 m schaatsenrijden
hangen van de baan en het toernooi af volgens een kansverdeling. Kan deze
geschat worden? Win je vaker als je in de buitenbaan mag starten bij 1000
m schaatsen?
De manier van opslaan bij het serveren in het tennisspel kan geoptimaliseerd
worden door de kans op 'uit' versus de kans op 'in' te optimaliseren. Hoe
doe je dat?
Zijn de regels in de sport in sommige gevallen oneerlijk?
Sprekers vanuit verschillende disciplines zullen in de workshops rond dit
thema naar deze vragen kijken. Kortom een thema dat zowel voor de sporthater
als de sportfan voldoende inspiratie biedt.
wiskunde en didactiek : wiskunde door leerling-ogen gezien | |
Dit didactische thema heeft twee aspecten: Welk beeld hebben leerlingen van wiskunde? Zien zij wiskunde als een spel dat uitsluitend tijdens de wiskundeles gespeeld wordt, of is het iets dat ze in hun dagelijks leven echt tegenkomen, herkennen en toepassen? Is wiskunde iets dat kant-en-klaar door een leraar of een boek wordt aangereikt of kun je zelf wiskunde ontwikkelen? Leerlingen doen verrassende uitspraken als je ze vraagt naar hun visie op ons vak. Wat gaat er aan wiskunde in de hoofden van leerlingen om? Hoe ontwikkelen wiskundige inzichten en begrippen zich in de hoofden van leerlingen? Hoe ontstaan misvattingen en onbegrip? Welke wiskundige ideeën en mentale objecten hebben leerlingen? Sluit de wiskundeles aan bij de gedachten van de leerlingen? Kortom: een kinderhoofd is snel gevuld, maar weet u wat er dan in zit? |
wiskunde en het vrije veld
De titel van dit thema is een eerbewijs aan Prof.dr. M. Minnaert, lange
tijd hoogleraar sterrenkunde in Utrecht. Wij zullen het begrip 'vrije veld'
ruimer interpreteren dan Minnaert indertijd deed in zijn beroemde boekjes
over de natuurkunde van 't vrije veld. Wel zullen we in de stijl van Minnaert
wiskundige zaken bespreken die beginnen met de verwondering over waarnemingen.
Hierbij kan het gaan over beelden en patronen in de natuur, aan het hemelgewelf
en in tekeningen en schilderijen.
Patronen en structuren zijn te zien in watergolven, zandduinen,
varens, schelpen, kristallen, sterrenbeelden en sterrenstelsels. Zijn sterrenbeelden
bij elkaar behorende sterren? De sterrenhemel draait ogenschijnlijk regelmatig
om ons heen. Preciezer kijkend zien we ook onderlinge bewegingen. Hoe kan
de wiskunde helpen bij het onderzoek naar de patronen en structuren? Als
we in een auto of trein het landschap bekijken of als de dingen die we bekijken
zelf bewegen, dan ontstaan soms bedriegelijke, maar interessante beelden.
In ons onderwijs zullen we rekening moeten houden met de eventuele misleidingen
die tekeningen kunnen veroorzaken. Wat is het bedoelde beeld en wat is de
verbeelding?
Het tweedimensionaal of juist driedimensionaal interpreteren van tekeningen is niet alleen voor docenten wiskunde van belang, ook schilders hebben hier door de eeuwen heen steeds meer en betere technieken voor ontwikkeld. Hoe is een en ander historisch gegroeid? Is de projectieve meetkunde daardoor ontstaan? In dit thema zal een keuze gemaakt worden uit de vele prachtige verschijnselen. |
wiskunde en filosofie
De wijze waarop over fundamentele vragen betreffende het karakter van de
wiskunde wordt nagedacht, wordt in belangrijke mate door de aard van de
wiskundige activiteit bepaald.
In de eerste helft van de 20ste eeuw speelde zich een berucht geworden strijd
af over de filosofische grondslagen van de wiskunde (daarmee zijn onder meer
de namen verbonden van D. Hilbert en L.E.J. Brouwer).
Gedurende de 20ste eeuw hebben zich binnen de wiskunde een aantal belangrijke
ontwikkelingen voorgedaan. Welke invloed hebben die veranderingen op de
belangrijkste opvattingen die een rol speelden in de genoemde grondslagenstrijd?
Deze vraag zal worden behandeld vanuit historische, mathematische en filosofische
gezichtspunten. Kernvraag daarbij zal zijn: in hoeverre worden didactische
wiskundige praktijken gekleurd door opvattingen over de aard van de wiskunde
en de status van haar resultaten?
wiskunde in het vmbo |
||
Gratis naar de NWD?
U kunt ook zelf een voorstel voor een werkgroep indienen.
Heeft u goede ervaringen met een bijzondere lessenserie? Of heeft u met
uw leerlingen gewerkt aan een wiskundig onderwerp dat niet tot het standaardcurriculum
behoort? Of heeft u een onderzoekje gedaan waar u uw collega's graag over
wilt informeren?
Of ...?
Wiskundedocenten met een goed verhaal kunnen dit op de Nationale Wiskunde Dagen komen vertellen. Stuur vóór 1 november 2002 een opzet voor uw werkgroep in en voeg de materialen toe die u in de werkgroep wilt gaan gebruiken.
Een deskundige jury selecteert uit de inzendingen maximaal twee bijdragen. Er wordt gelet op aspecten als originaliteit, wiskundige inhoud en bruikbaarheid in de klas. De beloning is gratis deelname aan de Nationale Wiskunde Dagen.
De ervaring van vorige jaren heeft geleerd dat de
geselecteerde werkgroepen altijd zeer de moeite waard zijn.
Winnende presentaties van vorige jaren hadden als onderwerp:
|
|
Datum en tijd:
aanvang vrijdag 31 januari om 11.00 uur, sluiting zaterdag 1 februari om 14.00
uur.
Plaats:
Congrescentrum NH Leeuwenhorst, Noordwijkerhout.
Kosten:
€ 325 all in bij overnachting op een éénpersoonskamer.
€ 295 all in bij overnachting op een tweepersoonskamer.
In het laatste geval dient u zich met twee personen op één formulier
aan te melden.
Reiskosten zijn voor eigen rekening.
Deelname is alleen mogelijk indien de gehele conferentie wordt bijgewoond.
Deelname aan de Nationale Wiskunde Dagen kan door de school betaald worden
uit nascholings- en professionaliseringsgelden. De deelnemers kunnen een certificaat
ontvangen.
De Nationale Wiskunde Dagen worden georganiseerd door het Freudenthal Instituut, onder auspiciën van de Nederlandse Onderwijs Commissie voor Wiskunde van het Wiskundig Genootschap en de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren, en in samenwerking met het IVLOS van de Universiteit Utrecht.
Als wiskundeleraar moet je van tijd tot tijd nieuwe ideeën op kunnen doen en creatief en actief met je vak bezig zijn. Dat kan door te luisteren naar een goed verhaal, door actief mee te doen in werkgroepen en door met collega's van gedachten te wisselen. De Nationale Wiskunde Dagen bieden die gelegenheid en zijn bedoeld voor àlle wiskundeleraren die les geven aan leerlingen van 12 tot 18 jaar van ieder schooltype.