Rapport studiecommissie wiskunde B

 

Rapport studiecommissie wiskunde B (1994). Utrecht: Freudenthal instituut.

 

Leden van de studiecommissie: J. de Lange, P.L. Cijsouw, A.C.M. van Rooij, A. Breeman, A. Verweij, J.A. van Maanen, J.W. Maassen, W. Kleijne.

 

Enkele citaten (p. 62 e.v.) uit de aanbevelingen van het rapport van deze studiecommissie. Die aanbevelingen vormden de basis voor het vernieuwde programma wiskunde B1,2 zoals uitgewerkt in het Profi-project.

 

"In een aantal onderdelen van het programma dienen de leerlingen kennis te maken met ‘uitdaging’, ‘overkoepeling’ en ‘elegantie’ van de wiskunde."

 

"Leerlingen moeten leren na te denken over de betekenis van wat zij zelf zeggen en opschrijven. De leerlingen dienen te beseffen dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor de juistheid van hun uitspraken."

 

"Een herhaald verhogen van het abstractieniveau is eigen aan de wiskunde. Er moet hierbij gezorgd worden dat de leerlingen niet boven hun abstractieniveau uitgetild worden. De gewenning aan een nieuw niveau moet goed voorbereid worden; op het vorige dient de leerling zich thuis te voelen."

 

"Helder redeneren vereist dat de leerling zich er voortdurend rekenschap van geeft dat de dingen die hij zegt of opschrijft een betekenis hebben en zich lenen voor begrip en niet slechts voor toepassing van een aangeleerd recept."

 

"Bij een nieuw programma moet er op gelet worden dat het voor de docenten niet als overladen overkomt. Het is daarom van belang dat het programma goed omschreven wordt, waarbij ook duidelijk is met welke diepgang de diverse onderwerpen behandeld dienen te worden."

 

"De Commissie is voorstander van een keuze-onderwerp binnen het examenprogramma en zij is ervan overtuigd dat veel docenten binnen de verscheidene terreinen van de wiskunde hun persoonlijke voorkeur hebben en hieraan graag wat aandacht besteden binnen de lessen. Toch durft zij een keuze-onderwerp niet aan te bevelen omdat de enquête onder de docenten uitwijst dat men hier niet op zit te wachten en ook omdat eerdere keuze-onderwerpen, zoals bij wiskunde II, nooit een succes zijn geworden. Wellicht kan er een keuze-vrijheid zijn binnen de toepassingen zoals die in leerplan en schoolonderzoek worden voorgesteld. De docenten zullen dan wel met voldoende materiaal moeten worden ondersteund."

 

"Een nieuw programma dient zodanig geschreven te zijn dat het geen meningsverschillen oplevert over de omvang en de diepgang van de examenstof."