Wiskunde A-lympiade: Finale 1995-1996

Voorspelling studentenaantallen

Inleiding
De afgelopen jaren zijn er grote veranderingen geweest in de aantallen eerstejaars studenten bij de Nederlandse universiteiten. Naast veranderingen in de totalen zijn er ook allerlei verschuivingen te constateren, bijvoorbeeld: verschuivingen tussen technische en sociale
studies, tussen verschillende universiteiten, en veranderingen in populariteit van specifieke studierichtingen.

Voor de universiteiten en ook voor de politiek is het van belang te weten waardoor dit soort veranderingen ontstaan en wat men in de nabije toekomst kan verwachten. Duidelijk is dat demografische ontwikkelingen - dat wil zeggen ontwikkelingen op het gebied van de bevolkingsgroei en -opbouw- zoals het krijgen van minder kinderen en het later krijgen van kinderen, een zeer belangrijke invloed hebben. Ook het feit dat het bijna onmogelijk
is om met alleen een diploma van het voortgezet onderwijs een goede baan te vinden speelt een belangrijke rol. Daarnaast hebben politieke maatregelen op het gebied van studiefinanciering en studieduurverkorting tot gevolg dat bv. het overstappen van het HBO naar de universiteit lastiger wordt. Tenslotte hebben allerlei ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, zoals bedrijfssluitingen, effect op studiekeuze.

Gegevens
In de bijlagen vind je een groot aantal gegevens. Je moet zelf bepalen welke gegevens van belang zijn voor de beantwoording van de vragen en hoe je die gegevens kunt gebruiken en combineren.

Opdracht
De Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) geeft jouw team de opdracht een rapport te schrijven waarin voorspellingen worden gedaan over de aantallen eerstejaars studenten voor de komende jaren.

  1. In het rapport moet een uitwerking komen van de volgende onderdelen (wijd aan ieder onderdeel minstens één paragraaf):Maak op grond van de gegevens een schatting voor het totaal aantal eerstejaars studenten dat er in de  studiejaren 1995 tot en met 1999 op alle universiteiten samen te verwachten is.
  2. Onderzoek welke verschuivingen zich de afgelopen vijf jaar hebben voorgedaan tussen de verschillende clusters studierichtingen Landbouw, Natuur, Techniek, Gezondheid, Economie, Recht, Gedrag & Maatschappij en Taal & Cultuur en probeer de verschuivingen te verklaren. Voorspel de aantallen eerstejaars in 1995 tot en met 1999 voor elk van de verschillende clusters.
  3. De VSNU wil ook weten op hoeveel eerstejaars elk van de universiteiten de komende jaren kan rekenen. Geef een methode om deze aantallen te voorspellen. Er is slechts een beperkte hoeveelheid gegevens beschikbaar; geef aan welke gegevens je eventueel verder nog nodig zou hebben om tot een goede voorspelling  van de aantallen eerstejaars te komen.

  4. Illustreer je methode evt. aan de hand van de beschikbare informatie van de RUG (Rijksuniversiteit Groningen).
Geef steeds goed aan hoe je voorspellingen tot stand zijn gekomen, welke gegevens je hebt gebruikt, welke aannames je hebt gemaakt, en probeer iets te zeggen over de betrouwbaarheid van de voorspellingen.

Bijlagen